De gemeente Rotterdam is de afgelopen jaren ernstig tekortgeschoten in haar toezicht op het Wereldmuseum. Dat schrijft de Rekenkamer Rotterdam vandaag in een zeer kritisch rapport over de betrokkenheid van het college van B en W. Het museum verkeert momenteel in grote problemen, zowel financieel als wat betreft het collectiebeheer.
De Rekenkamer stelt dat het college na de verzelfstandiging van het museum, in 2006, heeft nagelaten te controleren of de collectie goed werd beheerd. Ook had het college volgens de Rekenkamer eerder kunnen weten dat het museum geen bevoegde raad van toezicht meer had.
De Rekenkamer deed het onderzoek in opdracht van de gemeenteraad, die eind vorig jaar de maat vol vond toen bleek dat de raad van toezicht van het museum officieel niet meer in functie was.
Structureel tekort
Vorige week kwam al een ander onderzoek in opdracht van de gemeenteraad uit, van onafhankelijk onderzoekster Gitta Luiten. Daaruit bleek dat het museum onder directeur Stanley Bremer is terechtgekomen in een neerwaartse spiraal. Het museum voldoet bij het beheer van de collectie en het maken van tentoonstellingen niet meer aan de museale normen. Handelaren bleken binnen het museum grote invloed te hebben gekregen. De bezoekersaantallen zijn teruggelopen en het museum kampt met een structureel tekort van 750.000 euro per jaar.
De Rotterdamse cultuurwethouder Adriaan Visser (D66) zei na dit rapport dat zijn vertrouwen in de museumdirecteur tot een dieptepunt is gedaald. Een nieuwe raad van toezicht, onder voorzitterschap van oud-topambtenaar Harry Kramer, moet orde op zaken stellen.
Uit het vandaag verschenen rapport van de Rekenkamer, getiteld ‘Werelden van verschil. Onderzoek naar verzelfstandigingsafspraken Wereldmuseum’ blijkt dat niet alleen Bremer blaam treft. Ook de gemeente valt veel te verwijten. Na de verzelfstandiging van het Wereldmuseum stelde de gemeente zich vooral op als subsidiegever en verhuurder van de panden waarin het museum is gevestigd en waarin het zijn depot heeft. Maar de gemeente is ook nog eigenaar van de collectie. Volgens de Rekenkamer zag de gemeente nauwelijks toe op een goed beheer daarvan. Dit betekent dat niet meer te achterhalen valt of er de afgelopen jaren collectiestukken verdwenen zijn.
Lees vanmiddag meer in NRC Handelsblad.