Van de regeringspartijen VVD en PvdA hoeft ABN Amro-topman Gerrit Zalm geen tekst en uitleg te geven over de salarisaffaire rond zijn bank. Hoewel Zalm aanvankelijk op de kandidatenlijst stond om te worden uitgenodigd voor een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over beloningen in de financiële sector, volgende week dinsdag, werd hij daar vanmiddag bij een besloten vergadering afgehaald. Ook de bestuursvoorzitters van Aegon en ING, Alexander Wynaendts en Ralph Hamers, die ook op de lijst stonden, hoeven niet voor de vaste Kamercommissie van Financiën te verschijnen.

De initiatiefnemers van de hoorzitting, CDA, GroenLinks en SP, hadden aanvankelijk gevraagd om de aanwezigheid van de drie bestuursvoorzitter als ook de drie voorzitters van hun raden van commissarissen. Ook daar ging de coalitie niet mee akkoord. “Erg jammer”, reageert Arnold Merkies van de SP:

Bestuursleden niet verantwoordelijk

Volgens de coalitie, gesteund door D66, zijn bestuursleden van grote ondernemingen niet verantwoordelijk voor de hoogte van hun beloning. Dat wordt immers bepaald door de raad van commissarissen. Om die reden worden enkel leden van raden van commissaris van de grote financiële instellingen uitgenodigd. Van ABN Amro zal dat president-commissaris Rik van Slingelandt zijn. Ook zullen enkele beloningsexperts worden gevraagd dinsdag naar de Kamer te komen. De hoorzitting is aan de vooravond van een debat met minister Dijsselbloem (Financiën, PvdA). De datum van dat debat, waar Dijsselbloem met een kritische Tweede Kamer in debat gaat over de salarisrel bij staatsbank ABN AMRO, moet nog worden bepaald, maar is vermoedelijk op woensdag 15 april. Dijsselbloem verwacht niet in de problemen te komen tijdens dat debat:

“Ik heb steeds hetzelfde gezegd, namelijk dat alles juridisch en politiek-bestuurlijk allemaal keurig is verlopen, en dat je er desalniettemin iets van kunt vinden. Dat zijn twee verschillende dingen en dat zal ik blijven zeggen want dat is mijn opvatting.”

Dijsselbloem zal pas na het Kamerdebat een oordeel willen vellen over de voorgenomen beursgang van ABN Amro. Het besluit daartoe stelde hij afgelopen vrijdag voor onbepaalde tijd uit, omdat er in de Tweede Kamer ophef was ontstaan over de recente verhoging van het vaste salaris van zes leden van de raad van bestuur met 100.000 euro. Onder politieke en maatschappelijke druk hebben deze zes bestuurders hun verhoging inmiddels weer teruggedraaid.

Lees verder op nrc.nl…